Cuba mag dan langzaamaan een populaire vakantiebestemming worden, het internetaanbod is niet wat de bezoekende westerling gewend is.
Los van het feit dat dat ook z’n voordelen heeft – lekker rustig! – zal het wennen zijn dat Google Maps, Booking en Uber niet acuut beschikbaar zijn. Verdwalen in Cuba is dus echt verdwalen, al vinden wij dat dat ook beetje hoort bij het echte reizen.
Voorlopig staat de internetmarkt van de Caribische natie nog onder controle van het staatsagentschap ETECSA. Deze organisatie verzorgt een netwerk van overbelast wifi-hotspots die door de regering zijn goedgekeurd.
Betaalde wifi-punten zijn te vinden in de grotere steden van Cuba en meteen herkennen aan de groepjes vooral jonge Cubanen die er in opperste concentratie naar hun smartphonescherm staren.
De 11 miljoen Cubanen delen slechts 237 wifi-punten met elkaar in een land dat qua oppervlakte ruim dubbel zo groot is als Nederland. Kosten per uur? Meer dan 2 euro, wat niet weinig is voor de gemiddelde Cubaan.
Wifi gebruiken bij zo'n hotspot werkt voor toeristen net zoals voor de locals.
Bij de meeste wifi-punten vind je een ETESCA-kantoortje dat bonnen verkoopt om online te gaan. Deze Nauta-kaarten hebben wel iets weg van een kraslot, want voor je uurtje internet moet je een code invoeren. Het loont trouwens om meerdere kaarten per keer te kopen, want de rijen zijn vaak bijzonder lang en service langzaam.
Met de kaart in de hand is het wachten - hopelijk - voorbij: kras om het wachtwoord te vinden en login op het wifi-netwerk.
Overigens blijft het niet bij die circa 2 euro aan kosten. De overheid kijkt namelijk mee met al je verkeer. Het apparaat dat je gebruikt om in te loggen zal je daarom meestal waarschuwen dat er geen beveiligde verbinding gemaakt kan worden.
Kijk ook uit als je klaar bent, want wie geen volgende kaart wil openkrassen moet zijn wifi meteen uitzetten. Anders tikt je uur op de achtergrond langzaam weg. Helemaal veilig is om het adres http://1.1.1.1/ in je browser te typen.
Behalve wachten in de buitengewoon langzaam bewegende rijen, zijn er maar weinig opties om online te gaan.
1. Zoek een hotellobby die de Nauta-kaarten verkoopt zónder dat je ervoor in de rij hoeft te staan. In het geval je geen gast bent, kan het voorkomen dat je even een drankje of snack moet bestellen in de bijbehorende bar - geen straf!
2. Voor een dikke 50 procent meer kun je op de zwarte markt een kaartje aanschaffen. Let bij de wifi-punten op de locals die je 'tarjeta de internet' toefluisteren, Spaans voor 'internetkaart'. De circa 3 euro per code is het wellicht waard, gezien de tijdwinst.
3. De laatste optie is een creatieve oplossing: sommige Cubanen kopen een Nauta-kaart om hun eigen wifi-netwerkje op te zetten bij de officiële wifi-hotspots. Zij proberen aan zoveel mogelijk mensen toegang te verkopen voor 1 dollar. Het voordeel is helder: je hoeft niet te wachten en de internettoegang is goedkoper, maar je boet logischerwijs in aan snelheid.
De Cubaanse overheid heeft ook een zogenoemd 'intranet' dat goedkoper is om te betreden.
De ETECSA-kantoortjes hebben vaak ook een soort internetcafeetje bij hun locatie. Maar hoewel deze verbinding goedkoper is - slechts 60 dollarcent per uur - betreft het hier een volledig afgebakend intranet dat de overheid inperkt, aldus Freedom House.
Dit net heeft allen een nationaal e-mailsysteem, een Cubaanse encyclopedia, een lading onderwijsmateriaal, krantenwebsite, Cubaanse websites en buitenlandse pagina's die de Cubaanse overheid steunen.
Maar er komt nu langzaamaan verandering in deze situatie.
Cubanen hebben echter steeds meer te besteden, vooral als ze in de toeristische sector werken. Sinds de dooi met het Westen inzette in 2014, komen er meer bezoekers naar het land. In 2015 zag het eilandenrijk 17,6 procent meer toeristen dan een jaar eerder en vorig jaar komt de stijging naar schatting neer op zo'n 15 procent.
De eerste vice-president van Cuba, Miguel Díaz-Canel, beloofde al eerder om internet toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar te maken voor iedereen. Momenteel is internettoegang thuis verboden voor Cubanen, maar ook dat moet gaan veranderen. Deze opmerkingen kunnen wel eens verstrekkende gevolgen hebben, aangezien Díaz-Canel een kandidaat lijkt om Raul Castro op te volgen als die eventueel op zou stappen.
Blijft dat bij beloftes? De eerste proeven zijn al wel van start gegaan ijn Havana.
In de laatste weken van 2016 begon de Cubaanse overheid namelijk een test om 2.000 mensen thuis aan te sluiten op het wereldwijde web. Afgezien van de vraag of de overheid de resultaten van de pilot met de bevolking zal delen, blijft het voorlopig nog behoorlijk beperkt voor een land van 11 miljoen mensen.
Meer toegang zou wel een fikse 'prijs' met zich mee kunnen brengen.
Het is niet ondenkbaar dat Cuba haar eigen versie van de zogenoemde 'Great Firewall' bouwt, zoals China die heeft opgetuigd. "Cuba wil weg van het model dat er geen censuur nodig is omdat er praktisch geen internettoegang is", zegt socioloog Ted Henken tegen The Verge.
Het Chinese voorbeeld heeft al een praktische link: er loopt namelijk een onderzeekabel van Cuba naar Venezuela die aangelegd is door het Frans-Chinese Alcatel-Lucent Shanghai Bell. Bovendien: de Chinese technologiereus Huawei - bekend van de smartphones maar een kanjer op het terrein van de netwerktechniek - is ingehuurd om de breedbandinfrastructuur te verzorgen.